Indien u werkt als zelfstandige en u belast wordt in de personenbelasting met winsten, dan zijn deze beroepsinkomsten namelijk belastbaar zodra u een zekere en vaststaande vordering heeft op uw klant, ongeacht of deze reeds heeft betaald of niet.
Bent u een zelfstandige met baten (bijvoorbeeld een advocaat zonder bvba), dan wordt u voor 2019 enkel belast op wat u in 2019 werkelijk ontvangen heeft, ongeacht wanneer u een factuur gemaakt heeft.
Indien het verlies t.o.v. deze klant zeker en vaststaand is, dan mag u de factuur definitief afboeken. Dat is bijvoorbeeld het geval als een klant failliet gegaan is en het faillissement zonder uitkering aan de schuldeisers afgesloten is, of de curator u eerder al een attest bezorgt waarin staat dat u niets meer zal krijgen. Dat is ook het geval als u kunt aantonen dat u al het mogelijke gedaan heeft om de vordering te innen, maar zonder resultaat.
Is het verlies echter waarschijnlijk, dan mag u deze factuur niet definitief afboeken, maar moet uw boekhouder een waardevermindering aanleggen, waarmee de factuur voorlopig uit uw inkomsten gehaald wordt. Wordt ze later toch nog betaald, dan moet de waardevermindering teruggenomen worden. Die waarschijnlijkheid wordt automatisch aangenomen wanneer uw klant in een zgn. WCO- procedure zit en de rechtbank een reorganisatieplan gehomologeerd heeft of een minnelijk akkoord vastgesteld heeft.
Inzake BTW mag u de btw van een factuur van een failliete klant terugvragen via het vak regularisaties in het voordeel van de belastingplichtige vanaf de datum van het faillissementsvonnis. U moet dus niet wachten op het attest van de curator.