Wijziging inzake BTW regels voor tuinaanleg
In de Kamercommissie Financiën is op 30 januari 2019 een wetsvoorstel goedgekeurd waarbij het BTW-tarief voor tuinaanleg in zekere zin verlaagd wordt.
Waarover gaat het precies?
Koop jij zelf rechtstreeks bloemen en planten aan bij een sierteler, dan betaal je daarop 6% BTW. Koop je als tuinaannemer nu die planten aan in opdracht van klanten, dan betaal je daar eveneens slechts 6% BTW op die bovendien voor jou aftrekbaar is.
Wanneer je nu als tuinaannemer deze plantjes gaat inplanten bij een klant en je zorgt ook voor bijvoorbeeld de bemesting, dan gaat het voor de BTW niet meer om de levering van plantjes, maar om een dienst, genaamd tuinaanleg en dat omvat dan niet alleen de gepresteerde arbeid, maar ook de levering van de planten, struiken, bomen enz. Deze dienst is integraal onderworpen aan het BTW tarief van 21%, ondanks dat jij als tuinaannemer zelf slechts 6% BTW hebt moeten betalen bij de aankoop van de plantjes. De aankoop van de planten door de tuinaannemer en het planten daarvan in uw tuin, moet in zijn totaliteit als één prestatie aanzien worden, nl. als een dienst die bestaat in een werk in onroerende staat die onderworpen is aan het normaal BTW-tarief van 21%. Hierbij hielp het niet dat je opsplitsing maakte op de factuur of niet.
Wat zal er nu in de toekomst veranderen? Kortweg, dat de levering van het plantgoed enerzijds en de werkuren anderzijds voortaan inzake BTW toch als twee afzonderlijke componenten beschouwd zullen worden. Daardoor zal jij als tuinaannemer voortaan op jouw factuur inzake tuinaanleg wel het onderscheid kunnen maken tussen de levering van het plantgoed, onderworpen aan 6% BTW, en de werkuren onderworpen aan 21% BTW. Indien deze opsplitsing echter niet wordt gemaakt, dan zal toch het normaal BTW-tarief van 21% van toepassing zijn op het geheel. Jouw particuliere klanten zullen er dus alle belang bij hebben dat jij de opsplitsing maakt op de factuur.
Aangezien het wetsvoorstel reeds goedgekeurd werd door de Kamercommissie Financiën, dient het wetsvoorstel enkel nog gestemd te worden in de plenaire vergadering van de Kamer, maar dat is in principe enkel nog maar een formaliteit. Eens de Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd heeft, kan het gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad en zal het normaal gezien in werking treden op de tiende dag volgend op die publicatie.
Voor wat de andere tuinwerkzaamheden betreft, blijft alles in principe bij het oude. Zo blijft het plaatsen van tuinverlichting onderworpen aan 21% BTW, net zoals de bouw van een tuinhuis, de aanleg van een siervijver of fontein, draineerwerken om de tuin te beschermen tegen wateroverlast, enz. Het verlaagd BTW-tarief van 6% voor woningen die minstens 10 jaar oud zijn, geldt dus in principe niet voor tuinwerkzaamheden. Draineerwerken kunnen wel het verlaagd tarief van 6% genieten als ze bedoeld zijn om het insijpelen van water in keldermuren te vermijden. Werken aan een tuin zijn wel degelijk werken in onroerende staat. Worden deze verricht voor een BTW-plichtige klant, dan moet jij als aannemer dus principieel factureren zonder BTW, maar met BTW verlegd. Het is dan aan jouw klant zelf om de BTW van in principe 21% als verschuldigd op te nemen in zijn periodieke BTW-aangifte.
Soms toch 6% mogelijk! Dat is dan het geval voor o.m. de aanleg van opritten. Onder bepaalde voorwaarden kunnen die werken toch het verlaagd BTW-tarief van 6% genieten, zij het sowieso wel op voorwaarde dat het gaat om een woning die hoofdzakelijk privé gebruikt wordt en die minstens 10 jaar oud is.
De aanleg van opritten en paden kunnen gefactureerd worden tegen 6% BTW, op voorwaarde dat het gaat om een “weg die de woning rechtstreeks verbindt met de openbare weg en die wordt gebruikt door de bewoners en/of de bezoekers van die woning.” Zo zal de aanleg van een pad van aan de straat tot aan de voordeur van de woning, het 6%-BTW-tarief kunnen genieten, net zoals de aanleg van een weg van de straat naar een garage die in de woning geïntegreerd is of die tegen de woning aangebouwd is.
Daarentegen zal o.m. de aanleg van een wandelpad in de tuin, de aanleg van een weg van de straat naar een losstaande garage in de tuin, maar ook voor de aanleg van een weg van de woning naar een losstaande garage steeds met 21% BTW gefactureerd moeten worden. De aanleg van één oprit kan mogelijk twee BTW-tarieven ondergaan. Dat is inderdaad perfect mogelijk. Dat is dan o.m. het geval voor een oprit van aan de straat die voorbij de voordeur gaat en verder loopt tot aan de garage achteraan in de tuin. Het gedeelte van de oprit tot aan de voordeur is dan onderworpen aan het BTW-tarief van 6%, terwijl er voor het deel van de voordeur tot aan de garage 21% BTW aangerekend moet worden. De aanleg van een parking is steeds onderworpen aan het normale tarief van 21%, zelfs indien die parking aan de woning grenst.
Is de parking meteen ook de oprit, dan kan het eventueel weer wel tegen 6%. De aanleg van buitenterrassen kan tegen 6% btw als dat terras aan de woning grenst. Een terras dat achteraan in de tuin aangelegd wordt of dat alleen grenst aan het tuinhuisje, maar niet aan de woning, kan dus niet tegen 6% gefactureerd worden. Het plaatsen van afsluitingen kan in principe nooit tegen 6% BTW gefactureerd worden. Ook toegangspoortjes in die omheiningen vallen buiten het verlaagd tarief.