Wijziging van de regels voor binnelandse dagvergoedingen
Voor wie beroepsmatige verplaatsingen doet in het binnenland, kan van zijn vennootschap daarvoor een forfaitaire vergoeding ontvangen die vanuit fiscaal oogpunt ook nog eens interessant zijn.
De forfaitaire dagvergoedingen gelden vooreerst voor wie beroepsmatige, binnenlandse verplaatsingen doet zoals dat het geval is bij klantenbezoeken. Er gelden ook forfaitaire vergoedingen voor buitenlandse verplaatsingen die gebaseerd worden op een landenlijst, maar dat laten we hier even buiten beschouwing. Eenmanszaken zijn sowieso uitgesloten van de binnenlandse dagforfaits, maar dat neemt niet weg dat het verplaatsingsforfait wel kan toegekend worden aan het personeel binnen een eenmanszaak.
Sinds 1 oktober 2018 heeft de fiscus de regels om gebruik te mogen maken van de forfaitaire dagvergoeding voor binnenlandse dienstreizen in belangrijke mate aangescherpt.
Vooreerst werd de maximale dagvergoeding verminderd naar 17,06 euro per dag.
Daarnaast mag deze vergoeding nog slechts toegepast worden, als het een verplaatsing betreft van minimaal 6 uur (vroeger bedroeg dit minstens 5 uur). Bovendien mogen er nog maximaal 16 dagvergoedingen per maand per persoon uitgekeerd worden. En alsof dit nog niet voldoende is, moet de verplaatsing verder zijn dan een straal van 25 km buiten de agglomeratie waar de administratieve standplaats is.
Bijkomend vermeldt de administratie in circulaire 2018/C/8 van 22 januari 2018 nog dat de verplaatsing bovendien geen aanleiding mag geven tot een maaltijd die ofwel werkgever ofwel een derde ten laste neemt, en dat er geen andere voordelen mogen toegekend worden om maaltijdkosten te dekken.
Ook de zogenaamde 40-dagenregel kan echter nog roet in het eten strooien. Dit betekent dat, eens men op jaarbasis meer dan 40 dagen naar een zelfde plaats gaat werken, er geen sprake meer is van een dienstreis. Consultants die elke week minimum 1 dag naar dezelfde klant gaan, kunnen voor die verplaatsingen geen gebruik maken van de binnenlandse dagvergoeding.
De administratie heeft recent echter ook beslist dat een vennootschap geen belastingvrije dagvergoedingen voor dienstreizen aan zaakvoerders of werknemers kan toekennen, als die een ganse dag bij klanten werken uitvoert in de bouwsector. En ze is daar ondertussen in gesteund geworden door het Hof van Beroep te Gent ( 06 februari 2018). Wie een ganse dag op één werf actief is, wordt dus niet langer als een rondreizende functie aanzien. Maar wel als een vaste en weliswaar wisselende plaats van tewerkstelling. Verschillende opeenvolgende werven worden dus telkens als een vaste plaats van tewerkstelling aanzien.