Binnenkat of buitenkat?
De ene kat speelt graag in het groene gras, de andere kat ligt liever de hele dag op de zetel. Laat ik mijn kat buiten of niet? Zowel bij de binnen- als buitenkat zijn er voor- en nadelen aan verbonden. Aan u om deze te overwegen.
Ontworming/ anti-teken- en vlooienmiddelen
Het is belangrijk om uw kat regelmatig te ontwormen. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen een binnen- en buitenkat. Een binnenkat dient minstens 2x/jaar ontwormd te worden. Een buitenkat daarentegen moet tijdens het slakkenseizoen élke maand ontwormd worden. De slakken zullen voornamelijk rond maart, april opduiken, alsook in september en oktober zijn ze talrijk aanwezig. De longworm is aanwezig in het slakkenslijm waarbij uw kat deze dus kan binnenkrijgen door het likken aan z’n pootjes. Kittens tot 6 maanden dienen ook maandelijks ontwormd te worden. Buiten het slakkenseizoen is éénmaal per seizoen voldoende.
Het anti-teken en vlooienmiddel heeft een gevarieerde werkingsduur. Er zijn middelen die slechts 1 maand werken, andere zijn dan weer 12 weken (bijna 3 maanden) werkzaam. Katten die buitenkomen moeten doorheen het hele jaar behandeld worden. De binnenkat wordt best 2x/jaar ontvlooid, aangezien vlooien ook in de winter binnen in huis overleven.
Vaccinatiestatus
Elke kat moet ieder jaar gevaccineerd worden. De inhoud van het vaccin is echter verschillend tussen een binnenkat en een buitenkat. Het vaccin werkt tegen niesziekte en kattenziekte. Een buitenkat krijgt nog een extra vaccin tegen leukose, een virusziekte die wordt overgedragen door besmette katten buiten. Als uw kat op kattenhotel gaat, dient deze vaccinatie ook gezet te worden. Dat is verplicht. Indien uw kat mee naar het buitenland gaat, dient het rabiësvaccin (hondsdolheid) toegediend te zijn, minstens 3 weken op voorhand. Vergeet dit dus zeker niet te melden tijdens uw bezoek aan de dierenarts.
Chip je dier!
Een kat die vermist is, kan enkel naar de juiste eigenaar worden teruggebracht indien de kat gechipt én geregistreerd is. Dit is wettelijk verplicht voor zowel de binnen- als buitenkat. Een binnenkat kan per ongeluk door de deur wegglippen maar ook een buitenkat kan vermist geraken. De chip is de enige manier om jou als eigenaar te kunnen identificeren.
Voor- en nadelen binnen/buitenkat
Hieronder kunt u de voor- en nadelen vinden van zowel de binnen- als buitenkat.
- Binnenkat
Voordelen | Nadelen |
Geen kans op aanrijding | Minder bewegingsvrijheid: dit betekent dat ze meer kans krijgen op overgewicht. Zorg er dus voor dat de kat binnen veel beweegt door middel van spelletjes, snackbal … |
Geen kans op ziektes van buitenaf, besmetting door (zwerf)katten (aids, leukose) Besmetting op niesziekte wel. | Ontstaan van gedragsproblemen, kunnen gefrustreerd en verveeld geraken en meer last krijgen van stress. |
Minder kans op parasieten (zoals teken en vlooien, wormen) à opgelet: dit kan wel meegenomen worden via schoenen naar binnen dus preventie wel van belang! | Vernieling van meubels: een buitenkat zal de nagels aan bomen buiten kunnen krabben, binnenkatten nemen dan vaak de meubels; oplossing: kattenkrabpaal zetten |
| Problemen bij verandering zoals een nieuw huisdier, baby, nieuwe meubels of andere plaats. Zorg ervoor dat de kattenspullen steeds op dezelfde plaats blijven staan! |
| Ontsnapping. Als een binnenkat per ongeluk buitenglipt, geraakt hij gedesoriënteerd en dit kan heel beangstigend zijn aangezien hij de buitenwereld niet kent. |
- Buitenkat
Voordelen | Nadelen |
Natuurlijk gedrag uiten en dus minder kans op stress en frustratie. | Meer kans op aanrijding en verwondingen (auto-ongeluk, in draad blijven hangen, vechtpartijen ….) |
Meer lichaamsbeweging. Buiten beweegt een kat veel meer waardoor de kans op overgewicht aanzienlijk verminderd wordt. | Meer kans op ziektes door andere (zwerf)katten, tenzij goed gevaccineerd. |
Communicatie en omgang met andere katten. De kat leert zo goed te reageren op prikkels uit de omgeving. | Meer kans op parasieten (teken, vlooien, wormen), tenzij goed behandeld |
| Vermist geraken: een kat kan plots niet meer thuiskomen terwijl hij normaal wél elke avond thuiskomt. Hij kan ergens vastzitten, in huis genomen worden door iemand, weggelopen zijn. |