Wist u dat we uw huisdier op verschillende manieren monitoren tijdens een operatie? Hieronder leggen we uit hoe.
Een pulsoximeter meet de saturatie en de hartslag. De sensor van dit apparaat wordt bij voorkeur op de tong van het dier geplaatst, maar ook de lies (die niet behaard is) is geschikt. Bij mensen gebruikt men dit ook, maar wordt hij op de vinger geplaatst. Wat is nu een normale saturatie en hartslag bij een hond en een kat? Saturatie is het zuurstofgehalte in het bloed en wordt uitgedrukt in een percentage. Een hond of kat mag niet onder de 94% saturatie gaan. Bij de hond moet de hartslag of pols tussen de 60 – 120 per minuut zijn en bij de kat tussen de 120 – 180 per minuut.
Dit toestel houdt zich enkel bezig met de ademhaling. Het meet de tijd tussen de ademhalingen, de ademhaling zelf én geeft een alarmerend signaal wanneer er geen ademhaling wordt gemeten.
De normale ademhalingsfrequentie bij honden is 10 – 30 per minuut en bij katten 20 – 40 per minuut.
Tijdens een operatie kan de lichaamstemperatuur dalen. Om dit tegen te gaan werken we met een warmtematje die de lichaamstemperatuur op peil houdt. De normale lichaamstemperatuur voor een hond en kat is tussen de 38 – 39°C.
Dit is dé veiligste manier van anesthesie, met maar één nadeel. Dit type anesthesie is duurder dan een anesthesie injectie. De vele voordelen zijn echter véél belangrijker. De diepte en de tijd van de anesthesie is makkelijk regelbaar. Bij eventuele complicaties kan de toevoer van gasanesthesie meteen worden stopgezet waardoor uw dier zal ontwaken, dit kan niet bij een anesthesie injectie. Daarnaast heeft een anesthesie injectie onder andere de lever en de nieren (belangrijke organen) nodig om het anestheticum te verwerken en te verwijderen uit het lichaam. Gasanesthesie wordt verwijderd uit het lichaam door de longen (via de ademhaling). Van zodra de operatie gedaan is, wordt de gasanesthesietoevoer afgesloten. De zuurstof blijft nog enkele momenten aangesloten voor een goede klaring van de longen.
Uw huisdier staat onder constante monitoring van een dierenarts én een dierenartsassistente tijdens een operatie én in de recovery. Zo kan er steeds tijdig worden ingegrepen indien nodig.