Vergeet uw bedrijf niet om te vormen in 2023
Met het nieuwe wetboek beoogde de wetgever meer eenvoud en meer flexibiliteit. In het WVV wordt ook sterk gefocust op de internationale context waarin ondernemingen opereren. De bedoeling was om onze Belgische vennootschappen internationaal competitiever te maken. Zo is de ‘werkelijke zetelleer’ in het WVV vervangen door de ‘statutaire zetelleer’.
De NV
De belangrijkste aanpassing voor de naamloze vennootschap situeert zich op het vlak van het bestuur van de vennootschap. Binnen een NV bestaan onder het WVV drie mogelijkheden om het bestuur vorm te geven:
De Raad van Toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van de vennootschap, voor het toezicht op de Directieraad en voor de andere bevoegdheden die specifiek aan haar worden toegekend door het WVV.De Directieraad krijgt de residuaire bestuursbevoegdheden: dit houdt in dat alle bestuursbevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan de Raad van Toezicht worden voorbehouden aan de Directieraad toekomen.
Daarnaast is de regel "1 aandeel = 1 stem" van aanvullend recht geworden. Dit betekent dat hiervan kan worden afgeweken.Dit impliceert dat onder het nieuwe WVV binnen een NV aandelen met meervoudig stemrecht en aandelen zonder stemrecht kunnen worden uitgegeven. De minimumbepaling is dat er steeds 1 aandeel met stemrecht moet uitgegeven worden. Ook de meerhoofdigheid (met name het principe dat een NV minstens twee aandeelhouders moet hebben) werd in het nieuwe WVV afgeschaft.
De BV
De nieuwe BV is het speerpunt van het nieuwe vennootschapsrecht. Bedoeling van de wetgever is om van de BV de standaardvennootschap te maken. Zo kan bv. de NV worden voorbehouden voor de zeer grote ondernemingen. De meest opvallende wijziging is ongetwijfeld dat het kapitaalconcept is afgeschaft in de BV. Dit heeft ook op een aantal andere regels een grote impact, bv. uitkeringen aan aandeelhouders, de regels rond inkoop van eigen aandelen, de alarmbelprocedure; etc.
De afschaffing van het kapitaal heeft o.a. tot gevolg dat de verdeelsleutelfunctie voor aandeelhoudersrechten anders moet worden ingevuld, de in de BVBA bestaande koppeling met het kapitaal is immers niet meer mogelijk. De verdeling van aandeelhoudersrechten wordt in verregaande mate geflexibiliseerd.Ook de uitgifte van nieuwe aandelen en de overdraagbaarheid van de aandelen is in verregaande mate geflexibiliseerd.
Een laatste nieuwigheid die we hier aanstippen, bestaat erin dat de aandeelhouders zullen kunnen uittreden of uitgesloten worden ten laste van het vennootschapsvermogen, wat voorheen voorbehouden was voor de coöperatieve vennootschapsvormen. Die mogelijkheid moet dan wel expliciet worden opgenomen in de statuten.
Financieel plan
Voor de oprichting van een vennootschap moeten de oprichters aan de optredende notaris een financieel plan overhandigen waarin zij het bedrag van het aanvangsvermogen verantwoorden in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid van de vennootschap. Deze verplichting gold ook reeds onder het oude Wetboek van Vennootschappen, maar in het nieuwe WVV wordt nu ook aangegeven wat de “minimuminhoud” van het financieel plan moet zijn:
De invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen heeft ook gevolgen voor de modellen van de jaarrekening. Voor vennootschappen zonder kapitaal (BV en CV) worden zes nieuwe modellen toegevoegd. Voor vennootschappen met kapitaal (NV) worden de bestaande modellen aangepast.
Het statuut van bestuurders en hun aansprakelijkheid
In het nieuwe WVV hebben bestuurders, zaakvoerders, zelfs de leden van de directieraad allemaal het statuut van zelfstandige. Zij mogen alleen nog een andere functie in het kader van een arbeidsovereenkomst in die vennootschap uitoefenen indien die taken als loontrekkende volledig los staan van de taken als bestuurder én indien die taken worden uitgevoerd in een ondergeschikt verband ten aanzien van de vennootschap.
De zogenaamde cap op de aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen is ongetwijfeld één van de meest spraakmakende vernieuwingen van het WVV. Die aansprakelijkheid wordt nu tot bepaalde maxima begrensd, afhankelijk van de grootte van de vennootschap.
Er zijn echter ook een belangrijk aantal uitzonderingen op dit principe in het WVV, die bestuurders zeker in rekening moeten brengen.Wanneer aandeelhouders niet meer door eenzelfde deur kunnen, is de geschillenregeling vaak het laatste toevluchtsoord. Het WVV bevat een pragmatischer geschillenregeling, die van toepassing is op alle geschillen die na 1 mei 2019 zijn ingeleid.
Ontbinding en vereffening
De meest in het oog springende wijziging is dat een vennootschap voortaan al gerechtelijk kan worden ontbonden indien zij haar jaarrekening niet binnen een termijn van zeven maanden na afsluiting van het boekjaar heeft neergelegd. Voorheen bedroeg deze termijn nog drie jaar en zeven maanden. Daarnaast is het verloop van de procedure meer uitgebreid geregeld, waarbij een prominentere rol voor de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden is weggelegd. De vereffeningsprocedure is wel op een aantal vlakken ingrijpend hervormd. De volgende drie wijzigingen zijn daarbij in het bijzonder het vermelden waard.
De procedure voor ontbinding en vereffening kent ook een aantal nieuwigheden:
Uit de eerste Ondernemersbarometer van de Federatie van het Notariaat (Fednot) blijkt dat het aantal nieuwe vennootschappen fors is gestegen sinds de inwerkingtreding van het nieuwe WVV. Het afgelopen jaar zijn er in ons land 32.707 nieuwe vennootschappen opgericht, dat is een stijging van 34% vergeleken met de periode van 1 mei 2018 tot 30 april 2019.
Bijna alle nieuwe vennootschappen die sinds 1 mei 2019 zijn opgericht (96%), zijn Besloten Vennootschappen (BV). Er worden beduidend minder Naamloze Vennootschappen (NV’s) opgericht (- 20% tot 767). Sinds 1 mei 2019 is de NV dan ook vooral bedoeld voor grote en beursgenoteerde bedrijven. Bedrijven die op 1 mei 2019 al bestonden, grijpen voorlopig nauwelijks de kans om de voordelen van het nieuwe wetboek in de statuten in te schrijven.
Bestaande vennootschappen hebben daarvoor tijd tot 31 december 2023. Slechts 5% van hen voerde ondertussen een statutenwijziging door. Nochtans biedt het WVV nieuwe mogelijkheden die geen uitwerking hebben zolang de statuten niet zijn aangepast.
Sinds het losbarsten van de coronacrisis- is de vraag om nieuwe vennootschappen op te richten wel duidelijk gedaald. Die evolutie zet zich intussen voort.
De nieuwe wetgeving rond bedrijfsvormen heeft de laatste jaren duidelijk veel veranderingen in het vennootschapsrecht ingevoerd. Een daarvan is de afschaffing van bepaalde vennootschapsvormen. Deze afschaffing betekent dat bestaande vennootschappen waarvan de vorm wordt afgeschaft, verplicht zijn zich om te vormen tot een andere vennootschapsvorm. Deze omvorming zal plaatsvinden door een wijziging van de statuten, uiterlijk tegen 31/12/2023.
Als een bedrijf niet het nodige doet om hun statuten in overeenstemming te brengen met het WVV, zal deze de rechtsvorm krijgen die het meest geschikt lijkt ten opzichte van de oude vorm. Als de omzetting automatisch gebeurt, zijn de bestuurders nog steeds verplicht ervoor te zorgen dat de statuten worden gewijzigd en een algemene vergadering wordt bijeengeroepen binnen de zes maanden na de omzetting.
Ingeval het bedrijf bij akte is opgericht, moet deze naar een notaris om de wijziging bij authentieke akte te laten uitvoeren. In het andere geval kunnen de statuten met gewone onderhandse akte worden aangepast. De nieuwe statuten kunnen dan aan derden worden toegekend van zodra zij in het Belgisch Staatsblad zijn gepubliceerd.